Weerwoord
“Ook als jij je niet met de politiek bemoeit, bemoeit de politiek zich wél met jou.”
Herinner je je nog de schoolstakingen voor het klimaat? In de eerste helft van 2019 kwamen duizenden jongeren wekenlang op straat om te brossen voor de bossen. Een signaal waar je niet naast kon kijken. De klimaatstrijd leek eindelijk hoog op de agenda van media en politiek gekatapulteerd.
Tot 26 mei 2019. Toen trok iedereen naar de stembus en bleken velen het klimaat minder belangrijk te vinden dan verwacht, als we op hun stem mogen afgaan. Kyra Gantois, medegangmaker van de klimaatacties, was totaal verrast: “Ik dacht dat we, na twintig weken op straat komen, toch iets hadden bereikt. Het is vreemd. Klimaat was zo’n belangrijk onderwerp geworden, en voor ons bestond er geen discussie dat het een rol zou spelen. Maar Vlaanderen stemt vooral op de twee partijen die net níet inzetten op klimaat. Ik ben teleurgesteld. Blijkbaar was het signaal nog niet duidelijk genoeg.”
Waren die klimaatmarsen dan een maat voor niets? Nee, maatschappelijk engagement in al zijn vormen kan zeker vruchtbaar zijn. Maar wat er met signalen uit de samenleving gebeurt, wordt in onze representatieve democratie uiteindelijk bepaald door verkiezingen en daaropvolgende regeringsvormingen. Welke idealen je ook wil verwezenlijken, je kan niet heen om ‘de politiek’.
Wees een moeial
Nu zie ik je gezicht al vertrekken. Partijen, regeringen, parlementen,… ? De horror! Da’s toch allemaal oeverloos vervelend en ingewikkeld? Een oneindige brij van gepalaver en gebakkelei? Bovendien lijken die politici niet bezig met waarvan jij en vele anderen écht wakker liggen.
Het zijn reacties die ik vaak hoor, zeker (maar niet uitsluitend) van jongeren. En die ik voor een stuk kan begrijpen. De politiek volgen, vrolijk word je er niet altijd van. Als prof politieke wetenschappen kan ik ervan meespreken. Hoewel ik niet vind dat het allemaal kommer en kwel is, geef ook ik geregeld kritiek op hoe ons systeem (dis)functioneert en op hoe onze politici zich gedragen. Maar zij beslissen uiteindelijk wel over klimaat, onderwijs, armoede, diversiteit, mobiliteit, … en nog zoveel andere aspecten van ons dagelijks leven.
Misschien vind je dat geen ideaal systeem, dat we mensen verkiezen die dan vijf jaar alles in onze plaats beslissen. Misschien vind je dat burgers veel meer rechtstreeks het beleid moeten kunnen bepalen. Zelf pleit ik ook al jaren voor meer participatieve democratie.
Maar zo’n hervorming moet eveneens beslist worden door politici in ons huidige systeem. Like it or not, ook als je de politiek zelf wil veranderen zal je uiteindelijk via de politiek moeten passeren.
Daarom mogen idealisten allerhande zich niet afkeren van politiek, maar moeten ze zich er net veel meer mee bemoeien. Om het te zeggen met één van mijn favoriete motto’s: ‘Si tous les dégoutés s’en vont, il n’y a que les dégoutants qui restent’. Heel vrij vertaald: loopt iedereen die politiek vies vindt ervan weg, dan blijven alleen viezerikken over.
Zeg ik nu dat je per se een zitje in een parlement moet proberen bemachtigen? Nee, uiteraard kan je de politiek ook van buitenaf onder druk proberen zetten, bijvoorbeeld door je te engageren in organisaties die iets willen veranderen. Máár ook om via die weg te wegen moet je weten op welke knopjes te duwen. En dus hoe de politiek precies werkt, wat politici kan overtuigen, hoe ons land georganiseerd is, wie wat waarom (niet) beslist, welke partijen welke standpunten verdedigen, wat kiezers drijft, … En vanuit die kennis de politiek in je richting proberen bewegen.
Wees geen kiesvee
Ben je niet meteen een hemelbestormer die de wereld wil veranderen? Dan nog is het belangrijk politiek bewust te zijn. Want kiezers zijn we allemaal.
In 2024 worden al onze raden en parlementen terug samengesteld, van de Antwerpse districten tot de Europese Unie. Voor de eerste keer kan je voor het Europees parlement zelfs al stemmen vanaf 16 jaar. Al die verkiezingen zullen bepalen hoe onze samenleving er de volgende 5 à 6 jaar gaat uitzien, op zowat alle vlakken.
Hoe vaak kom ik mensen tegen die klagen over iets wat de politiek (niet) doet. Maar dan blijken ze niet gestemd te hebben. Of voor de ‘verkeerde’ partij. Zoals iemand die meer eenheid wil tussen Vlamingen en Franstaligen in België, maar op N-VA stemde. Of iemand die voor Groen koos, maar een strenger asielbeleid wil. Nadenken over je eigen stem is dus geen overbodige luxe.
Hoe begin je daaraan? Wel, bepaal allereerst welke thema’s je echt belangrijk vindt. Is dat klimaat, of eerder onderwijs, dan wel sociale zekerheid, of democratie, of nog wat anders? Zet dan scherp wat je mening daarover is: wat loopt er mis, wat moet er dringend gebeuren en wat vooral niet? Vervolgens kan je dan uitzoeken welke partij(en) en politici het dichtst bij je mening zitten. Maar ook wat ze hierrond in het verleden al deden (want beloven is makkelijk).
Waarschijnlijk ga je niet één partij vinden waarmee je het op alle vlakken eens bent. Maar ongetwijfeld zijn er wel partijen die heel ver van je staan en andere veel dichterbij. Stem je niet of blanco, dan laat je de rest van de kiezers bepalen wie in het parlement komt. En die zouden weleens héél andere ideeën kunnen hebben dan jij.
En trouwens, stemmen lijkt misschien een korvee, maar eigenlijk is het een voorrecht. In 1830 mochten maar 46.000 Belgen kiezen, zowat 1 op 100. De daaropvolgende 150 jaar werd een zware strijd gevoerd om uiteindelijk elke volwassen Belg één stem te geven. Gooi die dus niet weg, want ook als jij je niet met de politiek bemoeit, bemoeit de politiek zich wél met jou.