God (= Rita de Pita) ziet alles, maar kijkt vooral naar Vitaya.
Nu bijvoorbeeld, kijkt ze naar een documentaire over de geschiedenis van de hersenchirurgie en terwijl het reclameblok ingezet wordt, bedenkt ze of een schedelboring niets voor haar zou zijn, wetende dat ergens in Mexico een heus team bekwame chirurgen die middeleeuwse ingreep nog steeds uitvoert. Doch, mijn geniale gedachten worden onderbroken door Germaan Twee, die me port en naar het tv-scherm wijst. "Hé", zegt ze, "Is dat niet het logo van Villanella?"
Een reclamespot over varkensvlees bespeelt de beeldbuis. Ik bekijk het aandachtig en bemerk een lelijk knipogend roze varkentje. Hoewel ik almachtig ben, ben ik ook wel wat vergeetachtig. "Villanella?" vraag ik haar. "Wat is dat?"
"Wel," zegt Germaan Twee. "Die dat doen en nog zo van die fantastisch culturele dingen, weet je wel?"
Ik herinner het me nu levendig. Villanella... dat rommelhok met die telefoons!
"Maar neen", zeg ik smalend tegen mijn intelligente, doch minder astronomisch be-iq-de oudere zuster, Germaan Twee.
"Dát is het logo van een varkensvlees-braad-wedstrijd."
"O", zegt Germaan Twee. "Het lijkt er althans zeer sterk op"
"Daar heb je ongelijk in", zeg ik. "Dit varken knipoogt en het Villanellavarken knipoogt niet, dat beest heeft een blauw oog." Germaan Twee kijkt me onbegrijpend aan.
"Ik zie duidelijk een O en een X die als ogen dienen. Dat is toch hetzelfde?"
"De achterliggende idee is totaal anders, Germaan Twee. Ik zal het je eens klaar en duidelijk expliqueren. Dit knipogend varken dient om opgegeten te worden. Daarom is het ook zo'n lelijk varken, opdat de carnivoren vooraf geen schuldgevoel zouden krijgen. De knipoog symboliseert het jocheigevoel van een jeugdbeweging."
"Maar", valt Germaan Twee me in de rede. "Wat heeft een jeugdbeweging nu met varkens braden te maken?"
"Het kampvuur." Zeg ik. "En val me niet in de rede! Het feitelijke verhaal van het Villanellavarken dateert van tijden geleden, toen de mensen nog niet konden praten en de dieren nog wel. Ten tijde van het culturele niets, want in de beginne was er niets. Toen was er Olivier Villanel, hij stond aan het hoofd van de culturele ambassade van de dogmatische godendom-dommen. Olivier Villanel was een zeer neurotisch persoon en hij hield niet van onvoorspelbaarheden; hij hield mauw niet van vernieuwing. Dat is voor cultuur niet echt een geweldige zaak, maar de mensen konden toen toch nog niet praten, dus ze hielden wijselijk hun mond. Het culturele leven bestond toen uit louter reproductieve activiteiten en elitaire recepties waar de genodigden, gekleed in het beige uniform, verplicht waren de Knack van buiten te kennen, wilden ze iets te zeggen hebben. Niemand durfde er een mening te hebben, creativiteit werd netjes weggewaaid. Geld was zeer belangrijk voor de genodigden.
Mauw, het was een zeer saaie bedoening en het zou er nu nog zo uitgezien hebben, ware het niet dat één man rechtstond uit de massa en diezelfde massa aanspoorde tot eigen creativiteit, zelfexpressie en culturele assertiviteit. Die man was Xavier Guerilla, een rebels chaoticus, die ervan hield de spot te drijven met alles wat cultureel bepaald was door Olivier Villanel (nochtans een uitermate bekwaam figuur).
Xavier riep op tot anarchie en als in een sprookje lukte het hem! Afijn: het lukte hem de verdeling in te zetten, een apartheid als het ware. De ene helft van de bevolking hield van de elitaire feestjes en van de dweepzucht omtrent de integere kunstenaars.
De andere helft brak alles af wat die integere kunstenaars opgebouwd hadden, verwensten de dweepzucht en rebelleerden. In feite had Xavier Guerilla niet echt een duidelijk plan, maar wél de energie, de creativiteit en de kracht om open-minded te blijven, wijl het Olivier juist aan deze eigenschappen ontbrak. Om de situatie kort te schetsen: alles wat Villanels kant opbouwde, werd door Guerilla's kant weer afgebroken, mauw er gebeurde niets productiefs. Er moest iets gebeuren!
En god (ikzelf dus weer) vond dat uiteraard ook en besloot samenwerking in gang te steken, wat niet meeviel. Om twee kampen te verenigen, is vakkennis vereist, maar gelukkig regeerde Rita de Pita de eerste toen al in dit heelal. En, zoals geweten, had zij wel voldoende vakkennis. Ik stuurde het eenheidsvarken de aarde op en sprak: "Sta op en kleef" en ik verhief Olivier tot gezond kijkoog, organisatiekracht en visuele perceptie. De eerste letter van zijn naam werd de O op de varkenssnuit.
Nogmaals sprak ik "Sta op en kleef" en verhief Xavier tot het blauwe oog van het varken, met als symbool: het jonge geweld, guerrilla, rebellering. De X werd geplaceerd op het varkensgezicht en dat varkensgezicht werd het varkensgezicht van een wereld van cultureel iets. Een rommelhok (X) met een telefoon (O) waarin het varken wel een duidelijke visie geeft op de Villanelliaanse werkwijze: "Wij zijn varkens!"
----feedback: men wete allemaal dat varkens smerige beesten kunnen zijn, die uit de zon blijven en in de modder kruipen en alles opvreten (lees: niets onmiddellijk afkeuren) maar wat velen vergeten, is (en nu komen we er) dat varkens uitermate intelligente dieren zijn, om niet te zeggen dat de op het eerste zicht smerige modder dient om parasieten van het lichaam te verwijderen! Bemerk dus dat de vooroordelen over het varken vaak zeer onterecht zijn en hoewel de vleeseters werkelijk álles van het varken tot voeding promoveren, willen moslims en joden niets van dit dier opeten. Men spreekt hier dus van een absolute tweestrijd, een tegenwerking, jong geweld en nuance. Het varken zegt alles, vrienden: dus slaapwel! ---
Rita De Pita
Kunstbende Koningin