Vanaf deze week verschijnt elke woensdag een Kraaicolumn. Kraai is een literair platform voor jonge debuterende auteurs in Vlaanderen. Maarten Inghels bijt de spits af met een brief aan Kimberley Vlaeminck.
Beste Kimberley Vlaeminck
Ik ben een beetje kwaad. Daar kan u, naar eigen zeggen, zelf weinig aan doen. Nietsvermoedend klopte u op zondag 14 juni, een zonnige Vaderdag, aan bij de tattooshop van Rouslan Toumaniantz. In het verre polderland waar suikerverhalen en vadercomplexen nooit veraf lijken te zijn, wordt de vader gehuldigd zoals de Goede Heilige Sinterklaas zijn verjaardag viert: de begunstigde strooit cadeaus voor de voeten van zijn naasten. Uw vader wilde u verrassen door de drie puntjes, daarvoor steeds met mascara aangebracht, te laten vereeuwigen met een inktsessie op de huid aangebracht door meneer Toumaniantz, de tatoeëerder van de sterren. Hij verleidde u met enkele uitbreidingen op uw persoonlijke tattookeuze en de rest is geschiedenis.
Meneer Toumaniantz blijkt naast het aangezicht van een Maori-god overigens ook te beschikken over een zekere belezenheid en eruditie. Een avonturier, stond te lezen in het Humo-interview van laatstleden. Een erge slechte mens of hardhorend lijkt hij me niet. Tenzij er ook in zijn gehoororgaan enkele kurken of ijzeren pinnen geschoten zijn. Maar nu dwaal ik af.
Het punt is dat u, Kimberley Vlaeminck, tesamen met uw uiterst charmante entourage - met klinkende namen als Diego - voor een mediastorm zorgde waarbij het oog van de orkaan gelukkig al enigszins achter de rug is.
De ravage die u aanrichtte is echter onoverzienlijk. Ik durf te wedden dat de batterij aan pr-meisjes achter de schermen van de zoo en, in het bijzonder, de managers achter de flaporen van Kai-Mook zich de haren uit het hoofd rukken en zich afvragen hoe het poldermeisje uit West-Vlaanderen in een twee uur durende vlaag van waanzin een mediatumult teweeg kan brengen, waar een twee jaar drachtige dikbil en een fortuin aan dierentuinsubsidies niet tegen opgewassen zijn.
Het Kai-Mookbier kunnen ze nu wel in de gootsteen gieten. Ik stel voor dat de Zoo naast de wedstrijd voor een geschikte baby-olifantennaam nu ook een nieuwe website opent om de ventilatie van tattoovoorstellen van het grote publiek te vergemakkelijken. Zo kan de keuze van inktfiguur voor op het olifantenslurfje snel en gemakkelijk gemaakt worden.
Enfin, u weet zelf dat uw suikersprookje niet gekker moet worden. Willens nillens werd uw koloniaal verhaal de wereld ingestuurd en mij door de strot geramd via de gekende kanalen. Het toeval wil dat ik vorige week enkele dagen uit huis was, ver weg van internet en televisie, en er net op dat moment verontrustende berichten van de apenrots binnensijpelden. Yasminne pleegt zelfmoord, The King Of Pop is niet meer. Je bent één week weg en alleman valt steendood. Het échte nieuws overkomt je enkel op vakantie. Thuisgekomen krijg je weer komkommergeluk. Daar kan inderdaad over gediscussieerd worden.
Beste Kimberley Vlaeminck, 24 uur had u mijn aandacht, daarna was de bollebooslol er af. Het komkommergeluk houdt u in de toekomst beter binnenshuis, in de polders, tussen de Groten Ijzeren Weg en de fabrieksschoorsteen. Houdt de krantenkolommen vrij voor écht nieuws en waarachtige pijn. Ruil de tattoopen in de toekomst misschien voor het kleurpotlood. Het gaat u goed,
Hartelijk,
Maarten Inghels.
1 juli 2009.