Buurvrouw is een reeks van Maarten Inghels die één keer per week verschijnt op onze website. Het gaat over een huis, de straat en het café om de hoek. De personages spelen evengrote rollen als de sanseveria, de muggen en de tafel waaraan ze koffie drinken.
De avond dat ik zes muggen tegen de witte muur doodsloeg tot er een sterrenbeeld in de rode vlekjes te herkennen was, maakte ik Buurvrouw de lekkerste salade die ze in jaren had gegeten. Vol bewondering sprak ze over het aantal ingrediënten dat ik gebruikte, de combinatie die ze met elkaar aangingen en de weloverwogen compositie van de bordschikking. Ik had de ijsbergsla in het midden van een diep bord gedrapeerd en daarover kieperde ik al de rest. Fijnzinnigheid in de keuken is niet mijn sterkste kant.
Toen ze haar bestek - mes en vork - op de linkerrand van haar bord neerlegde, haar bord was leeg, schonk ik haar witte wijn bij waarop ze vertelde over haar gemis dat het klappen van de zweep kent.
Het gemis om een paar handen op handen, de wederopstanding van een geliefde, de muren die stoppen met zwijgen. Ik had altijd gedacht dat een goede maaltijd vele tekortkomingen in het leven zou verdoezelen.
Ik wilde mijn hand op haar schouder leggen, of beter: haar omhelzen - maar durfde niet. Zou het te familiair overkomen, te goedkoop? Ook troost kent soberheid in zijn taal. Moet ik Buurvrouw vertellen over mijn mislukkingen, het wit van elk blad papier? De flirt met het zwart? Maar ik bedacht dat een wedijver nooit een goed idee was.
'Je komt heus wel de juiste tegen,' zei ik na een lange stilte.
'Maar in tussentijd zit je alleen,' antwoordde ze.
'Neem een kat. Een vogel. Schilder een gezicht op de muur,' zei ik
'Ik heb het niet voor beesten.'
De volgende ochtend kreeg ik enkele sneetjes meergranenbrood van haar. Brood dat bijna zwart zag omdat er enkele duizend verschillende granen in zaten. Eén sponzige boterham ligt als een baksteen op je maag maar voedt je voor de hele dag. Maar dat kan niet slecht zijn als je ook mensen kent die naar het recept zoeken voor koekjes die smaken naar de lijmstrook van enveloppen. Voedsel vermomt meestal het grootste gemis.