In de reeks Grote zus schrijft Willem Claassen over zijn zeven jaar oudere en dertig centimeter kleinere zus. Zij heeft het Downsyndroom. Om de zes weken een nieuwe aflevering. Deze week: Bijna poëzie.
Bijna poëzie
Als je aan mijn grote zus vraagt hoe lang haar relatie met Rob al standhoudt - natuurlijk in iets andere bewoordingen - zal ze antwoorden: ‘Vijf jaar’. Maar het kan ook zijn dat ze zegt: ‘Vijf maanden’.
Tijd is een ongrijpbaar verschijnsel voor mijn zus. Als iets anderhalf uur duurt - bijvoorbeeld hoe lang mijn ouders nog weg zijn - dan zeg ik: ‘Dat is drie keer Goede Tijden Slechte Tijden.’ Maar ook daar kan ze zich geen voorstelling van maken en meestal gooit ze dan haar hoofd in haar nek.
Haar verkering Rob, eveneens downsyndroom, is ook niet zo van de tijd. Alleen op een andere manier. Zijn versnellingsbak gaat niet verder dan de één. Als er haast is, kun je hem opjagen wat je wil en hij zal zeggen ‘ja, ik kom eraan’, maar Rob blijft in de één lopen. Hoe dan ook.
Er is echter een uitzondering. Daar zijn ze achter gekomen toen hij een jaar of zestien was. Rob ging op g-voetbal. Zodra hij tussen de lijnen stond, begon hij te rennen. Zijn ouders, aan de zijkant van het veld, waren stomverbaasd. De versnellingsbak bleek wel degelijk meer dan alleen de één te hebben. Toen de scheidsrechter op zijn fluitje blies en Rob van veld stapte, schakelde hij gelijk terug naar de één. Daar bleef hij in tot de volgende wedstrijd.
Wat tijd betreft vullen mijn zus en haar vriend elkaar goed aan.
Rob denkt niet aan tijd bij de dingen die hij doet. Zo maakt hij mensen graag blij met een kleinigheidje. Veel mensen en veel kleinigheidjes. Iedereen uit onze familie krijgt een verjaardagskaart. Mijn zus zorgt steeds dat de post goed terechtkomt. Begin dit jaar overhandigde ze me met een stralende lach een envelop. ‘Voor jou’, zei ze en kon van de spanning haar lach bijna niet inhouden. Ik opende de envelop en las: ‘Beste Peerke.’ Toen kon ik op mijn beurt mijn lach niet meer inhouden. Waarschijnlijk had mijn zus Rob ingefluisterd dat haar broer jarig was. De arme jongen had alleen de verkeerde broer in gedachten. Mijn zus begon al boos te worden, maar ik zei dat het niet uitmaakte. Dat ik het juist wel mooi vond. Ze snapte het niet, maar het is echt zo. Je kunt onmogelijk boos worden op Rob. Niet alleen vanwege zo’n grappige fout. Ook vanwege de teksten die hij op de verjaardagskaarten krijgt. Het is bijna poëzie. Een voorbeeld van een kaart voor mijn vader:
Beste Peter.
Van hartelijk
proficiat met jou
60 jaar.
Maak maar leuk dag
van.
genieten er van mooie
bezonder dag. Op jou
wij gaan proosten op jou
Peter dat jij een keer 60
wordt
dat heb ik gehoort
van Susan
heel veel groetjes van
Rob
Als ik weer eens een kaart van Rob onder ogen krijg, leg ik die altijd meteen onder het kopieerapparaat. Hij is de meester van de wonderlijke herhaling. Steeds denk je dat je hem in de smiezen hebt, maar dan komt hij toch verrassend uit de hoek. Het is alsof hij zich tijdens het schrijven steeds even op het voetbalveld waant. Dan gaat hij van de één opeens naar de twee en dan gelijk weer terug naar de één. Ik smul er van. Vorig jaar zomer stuurde hij een kaart met een Humboldt-pinguïn. Hij was in Dierenpark Emmen geweest.
groetjes van Rob
en hier is altijd
gezellig en genieten
van leuke dag
wij maaken heel veel
gezellig op vakantie
en wij genieten nog er van
is altijd heel erg leuk
heel veel plezier en is
ook gezellig fijn leuke dag
hebben wij gehad
en tot ziens.
Ik kom keer naar
Beuningen
als jullie ook goed vindt
Beste Peter en Wilma
Ik snap wel wat mijn zus in hem ziet. Rob is een dichter. Hij leeft het leven langzamer en met meer genoegen. Dat was van begin af aan al duidelijk. Rob zat in hetzelfde busje dat mijn zus ophaalde en wegbracht naar haar werk. Rob was verliefd. Steeds zorgde hij ervoor dat hij naast haar kwam te zitten. Dan sloeg hij een arm om haar heen. De busrit kon hem niet lang genoeg duren. Mijn zus speelde hard to get, maar bezweek uiteindelijk voor de romanticus. Nog steeds is mijn zus de minst kleffe van het stel. Rob wil haar het liefst constant een zoen geven, mijn zus zorgt dat het binnen de perken blijft. En dat gaat al vijf maanden zo.
Of vijf jaar.
Niemand die het weet.