Kusturica’s kijk op de naoorlogse geschiedenis van zijn land via de vaak absurde lotgevallen van twee vrienden over de periode van verschillende decennia. Het verhaal begint tijdens het bombardement van Belgrado in 1941. Tijdens een nachtje doorzakken sluit de joviale Blacky vriendschap met de meer intellectuele Marko. Ze hebben veel gemeen: ze zijn lid van de communistische partij, ze zijn onverbeterlijke oplichters en hebben een oogje op dezelfde mooie actrice. De chaos van WOII dwingt hen samen met nog andere plaatselijke bewoners onder te duiken in een ondergrondse bunker. Jaren gaan voorbij, de oorlog eindigt, Tito komt aan de macht, maar Marko en de actrice laten Blacky en de andere bewoners in de waan dat de oorlog nog steeds aan de gang is.
Met deze absurde premisse als vertrekbasis borstelt Kusturica een uitbundig, surreëel portret van mensen die de speelbal zijn van de geschiedenis.
Hoofdinhoud
Media content