“Ik ben er in mijn binnenste van overtuigd dat het meeste wat mijn buren goed noemen slecht is, en als ik ergens spijt van heb, is dat waarschijnlijk mijn goede gedrag. Van wat voor duivel was ik bezeten dat ik me zo goed gedroeg?” uit Walden, Henry David Thoreau
Geïnspireerd op het gelijknamige boek van Henry David Thoreau schreef Jonas Vermeulen met Walden een nieuwe tekst voor een personage dat het kwaad van de wereld in zijn buren herkent. Zowel zijn linker- als rechterbuur vormen, volgens hem, de bron van de ondergang van de wereld. Hij ziet hen zich dag in dag uit inspannen om oplossingen te vinden voor hun problemen, om het zich nog comfortabeler te maken of om zich te amuseren, maar hij stelt zich vragen bij hun bedrijvigheid. Na zich jarenlang te hebben gedragen spuwt hij zijn gal en vraagt hij zich af wat wijzer is: de confrontatie aangaan of zich terugtrekken? En ligt de oplossing voor een meer harmonieuze relatie met onze omgeving in nog meer actie ondernemen of valt er eer te halen in afstand nemen?
Een tekst op rijm geschreven die flirt met de muzikaliteit van slam poetry. Een grillige monoloog die uitmondt in een beeldende performance die de rust brengt die onze omgeving ons kan bieden.
“Met dit knap gecomponeerde taal-bommetje houdt Vermeulen moeiteloos het publiek aan zijn lippen.” – De Standaard