geen plan hebben dat is t plan
slalom over de landkaart
rij d ene dag gerust
d andere van de vorige uit
daar kunnen ze niet tegen
zo kunnen ze niet denken
ze denken in bestemmingen en doelen en rechte lijnen en van a naar b
en dat g onderweg in identieke wegrestaurants en tankstations uw maag en uw auto vult
met driehoekige boterhammen en zompige pizza en olie en diesel
zo snel mogelijk binnen zo snel mogelijk door binnendoor tot ge zijt waar ge stopt
wij stoppen nooit wij pauzeren waar ze t nooit verwachten n dag n week n jaar
zelfs de mensen van wie dit huis is kwamen hier al tijden niet
de blikken in hun kasten zijn verroest en de muizen knaagden n gat door de zetel
we zitten hier goed
Een aan alcohol en avontuur verslaafde vader, rusteloos en wild, die lak heeft aan alle vormen van conformisme. Een excentrieke, wispelturige moeder met zwakke zenuwen en vage artistieke ambities. En een paar kinderen die door hun ouders’ levensstijl zijn veroordeeld tot een nomadisch en chaotisch bestaan. Dit zijn de basisingrediënten van Wildernis, een verhaal over opgroeien in extreme armoede. Deprimerend? Toch niet. Tegenover alle huizen waarvan het dak zo lek is als een zeef, tegenover de dagen waarop de honger knaagt en de koude je bloed doet stollen, tegenover het voortdurend van hot naar her verhuizen tot aan het eind van de wereld, staat de hechtheid van een familie. En de veerkracht van een kind.
Op vraag van Laika schrijft Freek Mariën een wervelende tekst die als muziek in de oren klinkt, met in de cast door de wol geverfde klassespelers in gezelschap van jong talent.