De film is legendarisch, de regisseur is legendarisch en, vooral, de hoofdrolspeler is legendarisch. Geen filmnaslagwerk laat het onvermeld: Herzogs AGUIRRE, DER ZORN GOTTES staat in dezelfde lijn als Stanley Kubricks 2001: A SPACE ODYSSEY en Francis Ford Coppola's APOCALYPSE NOW: grote films, waarvoor de regisseurs tot het uiterste gingen om ze te realiseren. Waar precies de metaforische grens van het megalomane uiterste ligt onderzochten regisseur Werner Herzog en zijn ‘liebster Feind’, acteur Klaus Kinski. De laatste speelt Don Lope de Aguirre, de conquistador die, na de ineenstorting van het Incarijk, op last van zijn bevelhebber met een troep soldaten, inheemse slaafgemaakten en wat paarden het regenwoud van Peru intrekt. Doel van de onderneming: de ontdekking van El Dorado, de mythische stad van goud. De reis verloopt rampzalig, de manschappen sterven aan ziektes en uitputting – de natuur is oppermachtig, het vlot van de expeditie raakt op drift in een wilde rivier –, Aguirre blijft alleen achter, in de greep van de waanzin, omringd door een troep aapjes. Was zijn El Dorado hersenschim, gemiste kans of beproeving in dienst van een transcendent mystiek doel? Regisseur Werner Herzog laat de antwoorden in het midden; zijn film – waarvoor cast en crew evenveel ontberingen leden als de fictieve personages – laat je de woestheid en de kracht van het tropisch woud ervaren. Woest is ook Aguirre, huiveringwekkend overtuigend gespeeld door Kinski met zijn wijd opengesperde blauwe ogen, en onderhuids dreigend de soundtrack met natuurgeluiden en composities van de Duitse krautrockband Popol Vuh.
Hoofdinhoud
Media content