
Zijn buren kunnen het niet meer aan. Elke keer als Sebastián van huis is, gaat het gejank van zijn hond door merg en been. Moet het eenzame beestje dan toch maar mee naar kantoor? Sebastiáns werkgever wil daar niets van weten. Ontslag nemen is ook een optie, hoewel het leven van de dertiger daar niet bepaald gemakkelijker van wordt. In El perro que no calla hopt deze jonge Argentijn lijdzaam van baan naar baan. Klagen doet hij nooit, maar het ongemak straalt van hem af. Woorden heeft hoofdrolspeler Daniel Katz daar niet voor nodig, wel een onhandige omhelzing, even wegstaren tijdens een gesprek. Sebastiáns gelaten houding krijgt soms iets komisch, hoewel zijn beproevingen ook zeker medelijden opwekken. Regisseur Ana Katz vindt zo met haar zwart-witfilm, die per scène vooruitspringt in de tijd, een fijne balans tussen ingevoeld drama en licht absurdisme. Vooral richting het slot zorgt dat voor verrassend geestige vondsten.