Salomè, de promiscue dochter van koningin Herodias, wordt begeerd door haar verdorven stiefvader, koning Herodes Antipas. Wanneer haar verleidingspoging van Johannes de Doper mislukt, gaat ze in op de wens van haar stiefvader via de beroemde dans der zeven sluiers. Daarvoor eist ze wel dat Herodes Johannes de Doper vermoordt.
Ontblote konten die met veren klapjes krijgen, beschilderde gezichten die wel buitenaardse planeten lijken, gekleurde filters en stroboscopisch licht, huid die uit elkaar valt en een Christus die zichzelf aan het kruis probeert te nagelen. Dit alles in Carmelo Bene’s subversieve, haast psychedelische intepretatie van het bekende toneelstuk van Oscar Wilde dat zelf ook al niet hoegenaamd uitblonk in consistentie. SALOMÈ is een aanval op de zintuigen dat het overbekende verhaal uit het Nieuwe Testament update met een woelige, 20e-eeuwse sensibiliteit om de politieke ondertonen sardonisch te laten ontsporen.